Anderstaligen en taalstimulering
Als de leerling het Nederlands onvoldoende kent om de lessen te kunnen volgen, kan de school een taalbad organiseren. Het doel van het volgen van een taalbad is dat de leerling dagelijks intensief de Nederlandse taal leert om zo snel mogelijk te kunnen deelnemen aan de reguliere onderwijsactiviteiten. Vrijwilligers, verbonden aan onze school, werken in een kleinere groep of individueel om het Nederlands te oefenen en te ontwikkelen. Zij doen dit door woordenschat aan te leren, naar verhaaltjes te luisteren en te bespreken, spelletjes te spelen enz....
Speciaal hiervoor ontworpen digitale woordenboeken kunnen naar de ouders gestuurd worden waardoor de kinderen hun woordenschat kunnen blijven oefenen, ook in de vakanties.
Kinderen met ontwikkelingsvoorsprong - Projectklas
Kinderen die nood hebben aan extra uitdaging, krijgen de kans om hun talent verder te ontplooien. Ze krijgen extra stimulatie in denkspelen en verdiepingsopdrachten die de klasleerkracht hen aanbiedt. De lagere school kocht twee handleidingen aan om dit materiaal te verdelen: voor wiskunde en voor Nederlands.
Wanneer deze uitdaging niet voldoende blijkt, kunnen kinderen gedurende anderhalf uur per week, terecht in de projectklas.
Leerlingen met een hoger IQ (diagnostiek) of leerlingen die een zekere normscore behalen op de Leerlingvolgsysteem-testen (LVS), komen in aanmerking voor de projectklas. Naast deze voorwaarde is er echter een tweede, evenwaardig component: de leerling moet ook in staat zijn om de gemiste leerstof zelfstandig te kunnen verwerken. Concreet wil dit zeggen dat het kind wekelijks of tweewekelijks anderhalf uur naar de projectklas gaat en de leerinhoud die hij/zij intussen heeft gemist, doorheen de week zelfstandig verwerkt in de klas op momenten dat hij/zij sneller klaar is met de gewone klassikale leerstof. In de projectklas werken we, in een kleine groep van maximum 6 leerlingen, aan projecten die door de zorgleerkracht worden uitgewerkt en waar de werkhouding en het ontwikkelen van studievaardigheden centraal staan.
Zorgcoördinatoren
In onze lagere school werken we met twee zorgcoördinatoren: een zorgcoördinator van het eerste tot en met het derde leerjaar en een zorgcoördinator van het vierde tot en met het zesde leerjaar.
De zorgcoördinator coördineert de zorg binnen de lagere school. Zij bewaakt het overzicht van de leerlingendossiers, heeft contacten met ouders, VCLB, externe partners en zorgvertrekkers. De zorgcoördinator gaat samen met de klasleerkracht op zoek naar geschikte hulpmiddelen om kinderen te begeleiden die het moeilijker hebben, maar ook hoe we snellere leerlingen meer uitdaging kunnen bieden, hoe we de werkhouding van kinderen kunnen verbeteren, hoe we het ‘leren leren’ kunnen ondersteunen enz.… Dit om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de hulpvragen en ondersteuningsnoden van alle kinderen.
Daarnaast gaat de zorgcoördinator ook concreet aan de slag met kinderen. Elke klas krijgt enkele zorguren toebedeeld. Tijdens deze momenten wordt er gericht gedifferentieerd naar onder of boven toe, kunnen er remediëringsgroepjes worden samengesteld op basis van de LVS-resultaten of andere leerlingobservaties.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
We willen in onze school de ruimte en de sfeer scheppen waarin elk kind zich veilig voelt en kan openbloeien. Elke klas en elke leerkracht werkt aan een positieve klassfeer. Doorheen het schooljaar worden er activiteiten georganiseerd op klasniveau en schoolniveau. (projecten, sportdagen, …).
Als school willen we ook inzetten op pestpreventie. We zorgen voor activiteiten, speltips, spelmateriaal, een aantrekkelijke speelplaats, … die aanzetten tot samenspel. Jaarlijks organiseren we ook een klasoverschrijdend project om de verbondenheid tussen verschillende leeftijden te versterken. Ondanks preventieve maatregelen kan je pesten nooit wegdenken. In onze school hanteren we bij pestproblemen de No Blame methode. Deze methode is in essentie een aanpak om pesten te laten ophouden. Het is een aanvulling op het preventieve programma of als zelfstandig pestprotocol.
In de lagere school hebben we een vertrouwenspersoon voor de leerlingen. Leerlingen die nood hebben aan een gesprek kunnen hier terecht.
Huiswerkbegeleiding
Vanuit de school is er een buddywerking, samen met het OCMW Boutersem , waarbij vrijwilligers worden ingezet om kinderen uit kansarme(re) en taalzwakke gezinnen op school te begeleiden. Deze werking vindt wekelijks plaats op maandag en dinsdag na school. De vrijwilligers besteden naast de huiswerkbegeleiding ook aandacht aan taalstimulatie door technisch lezen en educatief spel. Zo bouwen ze eveneens een vertrouwensband op met zowel het kind als het gezin.